Join today and have your say! It’s FREE!

Become a member today, It's free!

We will not release or resell your information to third parties without your permission.
Please Try Again
{{ error }}
By providing my email, I consent to receiving investment related electronic messages from Stockhouse.

or

Sign In

Please Try Again
{{ error }}
Password Hint : {{passwordHint}}
Forgot Password?

or

Please Try Again {{ error }}

Send my password

SUCCESS
An email was sent with password retrieval instructions. Please go to the link in the email message to retrieve your password.

Become a member today, It's free!

We will not release or resell your information to third parties without your permission.
Quote  |  Bullboard  |  News  |  Opinion  |  Profile  |  Peers  |  Filings  |  Financials  |  Options  |  Price History  |  Ratios  |  Ownership  |  Insiders  |  Valuation

RecycLiCo Battery Materials Inc V.AMY

Alternate Symbol(s):  AMYZF

RecycLiCo Battery Materials Inc. is a battery materials company specializing in sustainable lithium-ion battery recycling and materials production. Its segments include the research and development of recycling battery cathode waste in lithium-ion batteries and the acquisition, exploration and development of interests in mineral resource projects in British Columbia, Canada and Arizona, USA. It has developed advanced technologies that recover battery-grade materials from lithium-ion batteries, addressing the global demand for environmentally friendly solutions in energy storage. It recovers up to 99% of cathode metals from battery waste and upcycles them into high purity, battery-ready materials. Integrate a bespoke RecycLiCo Clean Spot plant and its patented closed loop, multi-tons per day, lithium-ion battery recycling and upcycling process-on-site-within a client’s battery factory or battery recycling operation. Its properties include Artillery Peak, Rocher Deboule and Lonnie.


TSXV:AMY - Post by User

Post by Markzandon Jun 07, 2019 8:04am
101 Views
Post# 29805096

Kobalt

KobaltGRONDSTOFFEN De vloek van het kobalt De grondstof is onmisbaar voor de productie van onze elektrische autos, en daarmee voor een schonere lucht. Maar het delven ervan gebeurt vaak onder mensonterende omstandigheden. Het FD reisde naar de kobaltmijnen van Congo. De Chinezen manipuleren de weegschalen! Plotseling doemt uit de chaos van de markt in Kolwezi Josu op. Hij is laat, het is al bijna zes uur, bijna donker. Hij moet zich haasten. Na de afspraak moet Josu nog naar huis. En hij reist liever niet in het donker. In Congo reist niemand graag in het donker. Over de drukke markt loopt Josu naar een plek waar hij rustig kan praten. De veiligheidsdiensten zijn nooit ver weg, en een gesprek met een journalist uit Europa trekt de aandacht van de verkeerde mensen. De eigenaresse van een caf-restaurant leidt haar bezoekers door haar achtertuin naar een privvertrek. Een muf kamertje zonder ramen. Van het plafond bladderen grote vellen oude verf. Vanmorgen is Josu voor dag en dauw opgestaan. Drie kwartier lopen naar de mijn. De Kamilombe-mijn is niet meer dan een serie met de hand gegraven putten. Net breed genoeg voor een volwassen man als Josu. Hij houdt zich vast aan de houten latjes aan de binnenkant van de mijnschacht. De mijn is tientallen meters diep, Josu schat zeker zestig meter. Beneden hebben hij en zijn collegas een gang gegraven. Die volgt een laag kobalt, opgesloten in het gesteente. Josu (32) is een 'creuseur', Frans voor graver en de gebruikelijke naam voor dit beroep in Congo. Het kobalt waar hij naar zoekt is een cruciale grondstof voor de batterijen in telefoons, laptops en elektrische autos. De Democratische Republiek Congo levert meer dan de helft van het kobalt in de wereld. Naar schatting 20% daarvan wordt met de hand losgebikt door Josu en zijn collegas. Zijn enige gereedschap zijn een hamer, een beitel en een simpel zaklampje op zijn hoofd. Instortende mijnen Het aantal creuseurs in Kolwezi en omgeving werd door mensenrechtenorganisatie Amnesty International in een rapport uit 2016 geschat op tussen de 110.000 en 150.000 personen. Onder hen ook vrouwen en kinderen. De vrouwen wassen het kobalt, kinderen dalen af in de mijnen of zoeken naar restjes mineralen tussen de hopen mijnafval die de grote, industrile mijnbouwers laten liggen. De creuseurs hebben geen kaart, laat staan een duidelijk plan van de constructie van de mijn. Regelmatig stortten amateuristisch aangelegde mijnen in. Twee dagen geleden was het weer raak, in Fungurume, anderhalf uur rijden van Kolwezi. Tien doden, levend begraven. Het ongeluk is het gesprek van de dag onder de creuseurs. Maar dit is maar een klein incident. Het laatste grote ongeluk was rond Pasen, toen het regenseizoen nog in volle gang was. Een aardverschuiving, veroorzaakt door de hevige regen. Minstens zeventig doden, misschien wel honderd. Betrouwbare informatie ontbreekt. De lokale overheid houdt dit soort ongelukken het liefst onder de pet, en niemand neemt de moeite of heeft de middelen om alle lichamen te bergen. Vandaag is een goede dag voor Josu. Geen ongelukken. Diep onder de grond bikt hij de ertsen los. Die gaan in een jute zak. Net niet te zwaar om door n man naar boven te hijsen. Josus collega staat bovenaan de put. Hij trekt de zak met erts met een touw omhoog. Josu en zijn team proberen met die kleine zakken zo snel mogelijk een zak van honderd kilo te vullen. 10 voor drie dagen werk Met het werk van vandaag is de grote zak bijna vol. Morgen kunnen ze hem waarschijnlijk verkopen en de winst verdelen. Dat gebeurt ter plekke, op de mijn. De koper is Congo Dongfang International Mining (CDM), een dochterbedrijf van het Chinese Huayou Cobalt. CDM heeft het alleenrecht op de koop van het op deze mijn gedolven kobalt. Als de zak morgen volkomt heeft Josu omgerekend ongeveer 10 verdiend, voor drie dagen werk. Josu is kwaad. Het personeel van CDM leeft er goed van, ik kan niet eens een fiets kopen.' In zijn boosheid klinkt wanhoop door. Hij weet niet wat hij moet doen. Het werk in de mijnen is ongezond. Het is gevaarlijk en levert te weinig op. Maar er is niets anders. De inkomsten van Josu staan in schril contrast met de enorme weelde aan bodemschatten in Congo. Het land is z rijk aan kobalt en andere mineralen dat geologen de Congolese bodem beschreven als een scandale gologique, een geologisch schandaal. Koper, kobalt, cadmium, zink, goud, mangaan, zilver, germanium, wolfraam, diamanten: Congo zit er vol mee. Tegelijkertijd scoort het land bijzonder hoog op alle verkeerde lijstjes. Het is n van de armste landen ter wereld, de corruptie viert er hoogtij en in sommige delen van het land zijn na jaren van burgeroorlog nog steeds gewapende groepen actief. De combinatie van een zwak bestuur en een rijkdom aan grondstoffen blijkt een vloek. Dodenweg Nergens is dat zo duidelijk te zien als op de 'dodenweg' tussen Lubumbashi en Kolwezi. Lubumbashi ligt in het zuidoosten van Congo, aan de grens met Zambia. Deze miljoenenstad is de poort naar het mijnbouwgebied. Tussen de twee steden ligt een tweebaansweg, die het domein is van een eindeloze stroom vrachtwagens. De chauffeurs rijden als gekken en er gebeuren regelmatig ernstige ongelukken. De vrachtwagens rijden naar de grote, industrile mijnen in Kolwezi en omgeving. Op de terugweg naar Lubumbashi zijn ze volgeladen met koper en kobalt, dat de grens met Zambia overgaat. Van daaruit gaat het naar de havens van Zuid-Afrika of Tanzania, en dan naar China. Daar staan batterijenfabrieken. Langs de weg in Congo wonen de creuseurs, in gemproviseerde tentjes van takken en lappen van oranje afdekplastic. Terwijl ze elke dag de bodemschatten uit hun land zien vertrekken, graven de creuseurs de restjes op die de grote mijnbouwers laten liggen. De hoofdkantoren van de industrile kobaltmijnexploitanten staan in Noord-Amerika, Europa en China. De weg naar Kolwezi wordt onderhouden door een Chinees bedrijf - regelmatig zien we bordjes met Chinese karakters. Onderweg passeren we de 'dpts', de marktjes waar de creuseurs hun ertsen verkopen. Het zijn niet veel meer dan golfplaten hutjes, waar de zakken kobalt en koper worden opgestapeld. Ook deze handel wordt vaak gerund door Chinezen. De dpts hebben namen als Boss Wu of Dpt Panda. Clandestien De meeste creuseurs graven clandestien, op het terrein van de grote mijnbouwers. Ze klimmen over hekken, of sluipen s nachts het terrein op. Soms kopen ze bewakers om. Josu niet. De mijn waar hij werkt is door de Congolese overheid aangewezen als een van de weinige gebieden waar met de hand delven officieel is toegestaan. Hij kan legaal werken. De vergunningen om delfstoffen te winnen en de bijbehorende grond zijn voor het overgrote deel in handen van grote buitenlandse bedrijven. Op hun mijnen zijn de arbeidsomstandigheden beter, maar dat wil niet zeggen dat hun activiteiten het land veel hebben opgeleverd. Mensenrechtenorganisaties plaatsen vraagtekens bij schimmige deals waarbij de Congolese politieke elite en de buitenlandse bedrijven onderling de rijkdommen van het land verdelen, en de milieuvervuiling is enorm (zie kader). In Kolwezi zelf is het relatief rustig. In deze door mijnbouw gedomineerde stad geen guerrillas, hoewel de dreiging van geweld nooit ver weg is. Sinds kort zijn criminele bendes actief in het gebied. In Lubumbashi hebben die bendes een reeks gewapende overvallen op hun naam staan. Tot schrik van de inwoners gingen die gepaard met bruut geweld, moord en verkrachtingen. Nu zouden de bendes hun werkterrein hebben verplaatst naar Kolwezi, driehonderd kilometer verderop. Op de brug over de rivier de Lualaba, op de weg tussen Lubumbashi en Kolwezi, worden alle voertuigen en hun inzittenden doorzocht op wapens. Dat moet de bendes afschrikken. Wapens zijn er volop in Congo. Regelmatig zien we soldaten en politieagenten met Kalashnikovs, een automatisch geweer van Russische makelij. Vaak houden ze hun geweer nonchalant met n hand vast, zoals een kind een speelgoedwapen. Kinderarbeid Net als Josu is vanmorgen ook Etienne (17) in alle vroegte te voet naar zijn werk gegaan, samen met zijn jongere broertje Marcelin (13). Kinderarbeid is verboden, ook in Congo. Maar wetten bestaan hier vaak alleen op papier. De berg met mijnafval waar de broers werken, wordt bewaakt. Voor het hek van de mijn staat een Congolese vrouw. Zij geeft Etienne en Marcelin geld om de bewakers om te kopen. In ruil verkopen ze hun oogst aan het einde van de dag exclusief aan haar. Op een gewone dag zoeken Etienne en Marcelin de hele dag naar stenen met restjes mineralen. Stukjes groen in de steen duidt op koper, zwart is kobalt. Koper is groen, kobalt is zwart Koper is groen, kobalt is zwartfoto: Het Financieele Dagblad Maar vandaag is geen gewone dag. Er zijn ongeregeldheden geweest op de mijn, vechtpartijen. De bewakers vertrouwden het niet en iedereen moest na een paar uur al vertrekken. Etienne en Marcelin zijn naar huis gegaan. 3000 Congolese frank op zak, omgerekend n euro en zestig cent. Niet genoeg om eten van te kopen. Het broodje in het caf waar we hem s avonds ontmoeten is het eerste wat Etienne eet vandaag. Gratis onderwijs Is er een manier om de vloek van het kobalt - want dat is het voor veel Congolezen - te verbreken? Zuster Margaret denkt van wel. Margaret Lee werkt voor Bon Pasteur, een katholieke hulporganisatie die al bijna acht jaar actief is in Kolwezi. Bon Pasteur probeert met gratis onderwijs de kinderen uit de mijnen te houden. Tweeduizend leerlingen zitten er op de scholen. Jonge kinderen, maar ook pubers en jonge volwassenen. De bedoeling is dat iedereen de school met een diploma verlaat, ongeacht de leeftijd. De scholen bieden gratis maaltijden aan, een extra prikkel om te komen. Maar zuster Lee weet dat veel families hun kinderen toch naar de mijnen sturen. Uit geldgebrek. De 'creuseurs' wonen vaak in gemproviseerde tentjes van takken en lappen plastic. De 'creuseurs' wonen vaak in gemproviseerde tentjes van takken en lappen plastic.foto: Het Financieele Dagblad Etienne zat tot voor kort nog op school. Zijn vader is ziek geworden. Samen met Marcelin is Etienne nu de hoofdkostwinner van het gezin. Zijn vader ligt in Lubumbashi in het ziekenhuis. Zijn moeder en zijn jongste zusje, een baby nog, zijn bij hem. Etienne zorgt voor Marcelin en twee nog jongere zussen. Het werk tussen het mijnafval van Etienne en Marcelin vormt het enige inkomen voor het gezin. Zuster Lee ziet de mijnbouw het liefste helemaal vertrekken. Het is een eenzijdige industrie, heel erg afhankelijk van de prijsschommelingen op de wereldmarkt. We proberen mensen andere vaardigheden te leren, zoals het maken van kleren, of kleinschalige landbouw. Better Cobalt Project Robert Bitumba gooit het over een andere boeg. De Congolees werkt voor RCS Global, een Brits adviesbureau dat bedrijven helpt om hun grondstoffen op een verantwoorde manier in te kopen. Bitumba, een gezette veertiger die nooit ergens heen gaat zonder zijn laptop en twee telefoons, zit in een grote zeecontainer die dienst doet als kantoor op de Kamilombe-mijn. Buiten staan twee grote graafmachines, een vrachtwagen en een busje geparkeerd. Netjes naast elkaar. Ze zijn volledig uitgebrand. Het personeel van de Kamilombe-mijn oogt nerveus. Het bezoek van de journalist uit Nederland is aangekondigd, maar desondanks blijft het tot het laatste moment onduidelijk of we de mijn op mogen. Dit is de mijn waar Josu werkt. Tijdens ons bezoek zit hij diep onder de grond, onwetend van wat zich boven zijn hoofd afspeelt. Op de Kamilombe-mijn wast een groep vrouwen de gedolven ertsen. Op de Kamilombe-mijn wast een groep vrouwen de gedolven ertsen.foto: Het Financieele Dagblad Sinds kort maakt Kamilombe deel uit van het Better Cobalt Project, gerund door Bitumba en zijn collegas. Dit is geen clandestiene mijn, er zijn afspraken gemaakt met de eigenaar van de concessie. Dat is in dit geval Gcamines, het staatsmijnbedrijf van de Congo. De bedoeling van het project is de arbeidsomstandigheden van de creuseurs op de mijnen te verbeteren. 'Boycotten is geen oplossing' Huayou Cobalt neemt via dochterbedrijf CDM deel aan het project. CDM heeft het alleenrecht op de koop van het op Kamilombe gedolven kobalt, en zorgt voor de voorzieningen. Dat CDM meedoet is niet toevallig: het bedrijf kreeg de afgelopen jaren zware kritiek van mensenrechtenorganisaties vanwege het gebruik van het met hand gedolven kobalt. Volgens Bitumba is boycotten geen oplossing. We kunnen de creuseurs niet in de steek laten', zegt hij. Het slechtste scenario is dat bedrijven stoppen met het kopen van het met de hand gedolven kobalt. Dan hebben de mensen hier helemaal niets meer. RCS Global zorgt voor de monitoring op Kamilombe. Een medewerker van het adviesbureau controleert de werkzaamheden op de mijn, gewapend met een smartphone en een hesje met het logo van Better Cobalt. CDM wil aan zijn klanten laten zien dat het bedrijf het kobalt op een verantwoorde manier heeft ingekocht. Een medewerker van RCS Global houdt toezicht op de Kasulo-mijn. Een medewerker van RCS Global houdt toezicht op de Kasulo-mijn.Foto: Het Financieele Dagblad Veiligheidsdienst Bitumba zucht en opent zijn laptop. Hij probeert te werken; het bezoek van de FD-journalist heeft al veel van zijn tijd gevraagd. De afgelopen dagen is hij met de verslaggever van het kastje naar de muur gestuurd, op jacht naar een stempel van de ANR, de beruchte Congolese inlichtingendienst. Telkens waren er weer nieuwe obstakels, moesten er weer nieuwe documenten komen. Een bezoek van een journalist uit Europa ligt gevoelig, zelfs op de mijn waar Better Cobalt actief is. De fotos van de helse praktijken in de mijnen gingen al eerder de wereld over. De machthebbers in Kolwezi zitten niet te wachten op nog meer negatieve publiciteit. Journalisten die voor ons kwamen kregen de veiligheidsdiensten op hun dak. Interviews mochten alleen worden gedaan in het bijzijn van een politieman. Ook het personeel van CDM lijkt niet blij met ons bezoek. Na lang wachten klapt Bitumba zijn laptop dicht. We mogen de mijn op. 'Give me money!' Zelf fotos maken is strikt verboden. In plaats daarvan loopt er een Congolese fotograaf mee. Geflankeerd door beveiligers maken we een rondje over het terrein van de Kamilombe-mijn. Bij de eerste put klinkt gejoel: Give me money!' roepen de creuseurs. Vlakbij de ingang is een meertje, hier wassen de vrouwen het kobalt. Een bestelbusje, rijp voor de sloop, rijdt krakend en piepend achteruit de oever op. In de laadbak een nieuwe lading erts die moet worden schoongemaakt. Bij het meertje lijken de bewakers zich te ontspannen. Ze nemen afstand, er wordt zelfs gelachen. In golfplaten hutten worden de zakken met kobalt opgestapeld. Aan het einde van het bezoek laat Bitumba de kliniek zien: een kleine eerste hulppost, in opnieuw een zeecontainer. We zijn hier pas net begonnen.' Buiten kijken de uitgebrande graafmachines ons grijnzend aan. Bitumba heeft gehoord dat de vorige uitbater van de mijn niet blij was dat hij werd vervangen door CDM. Hij zou de creuseurs hebben opgehitst, waarna een boze menigte de machines in brand zou hebben gestoken. Maar Josu vertelt een heel andere versie van dit verhaal. 'Opkopers manipuleren meetapparatuur' De Chinezen belazeren de boel', zegt Josu. Ze manipuleren de weegschalen, waardoor de zakken lichter lijken! Ook met de metorex, een apparaat om het gehalte kobalt in de erts te meten, wordt volgens Josu gerommeld. Alles om het kobalt nog goedkoper te maken. Bijna iedereen die we spreken in Kolwezi herhaalt deze klacht: de opkopers, op Kamilombe maar ook elders, manipuleren de meetapparatuur. Dat zet extra kwaad bloed nu de kobaltprijs is gekelderd. De illiquide, ondoorzichtige markt voor kobalt maakte de laatste jaren juist een spectaculaire prijsstijging door. Tussen juni 2016 en maart 2018 werd kobalt vier keer zo duur. Op de verwachting van de opmars van de elektrische auto sloegen Chinese batterijenfabrikanten aan het hamsteren. In Congo vloog de productie omhoog. De grote bedrijven leverden meer kobalt, en de creuseurs gingen nog harder graven. Plotseling was de markt verzadigd en zakte de kobaltprijs weer in. De toch al magere verdiensten van de creuseurs gingen nog verder omlaag. Dip is tijdelijk De meeste analisten zijn het er over eens dat de dip in de vraag slechts tijdelijk is. Door de lage prijzen nu zijn er weinig prikkels om nieuwe mijnen te openen, in Congo en in andere plekken op de wereld. Maar de opmars van de elektrische auto zet door. Binnenkort wordt er weer gevochten om het kobalt uit Congo. Het kobalt van de grote mijnbouwers, en ook het kobalt uit de met de hand gegraven mijnen. De wereld kan niet zonder. De wanhoop van de creuseurs in het nu is er niet minder om. We pikten het niet meer', zegt Josu. De Chinezen wilden niet luisteren. We hielden een protestmars op Kamilombe. Die liep uit de hand, een aantal creuseurs heeft de machines van de Chinezen in brand gestoken. Josu keurt het niet goed, maar hij vraagt begrip. De Chinezen wilden niet luisteren', herhaalt hij. Na het incident gingen de prijzen op Kamilombe omhoog, zegt Josu. Goudkoorts in Kasulo Na de rondleiding op Kamilombe springen we in een taxi. Als we snel zijn, kunnen we vandaag nog een bezoek brengen aan het tweede project van Better Cobalt: Kasulo. Tijdens de jaren van spectaculaire prijsstijgingen werd deze voormalige woonwijk het toneel van een moderne goudkoorts. De bodem bleek rijk aan kobalt en iedereen die een schep kon vasthouden sloeg aan het graven. In een poging om het enorme aantal ongelukken tegen te gaan, zette de overheid een muur om Kasulo. Alleen creuseurs die lid zijn van een coperatie mogen naar binnen om te werken. Voor het FD blijft de deur dicht. 'De baas is er niet, komt u morgenochtend maar terug', is de boodschap. De volgende ochtend wachten we eindeloos buiten voor de poort, terwijl binnen Bitumba de Chinezen ervan probeert te overtuigen ons binnen te laten. Ook op Kasulo is CDM de baas, maar de grond is van de overheid, en er zou een aparte toestemming nodig zijn om er op te mogen. Bitumba baalt. Hij wil graag Kasulo laten zien. Hier loopt Better Cobalt alles bij elkaar al bijna een jaar. Het is het vlaggenschip van het project. Telefoon uit China Op het allerlaatste moment komt er schot in de zaak. Op de dag van ons vertrek wordt er gebeld, de woordvoerder van Huayou vanuit China. We zijn welkom. En jawel, bij het derde bezoek aan Kasulo vliegt de slagboom open. Het personeel rent naar buiten, springt zelfs in de houding. De hakken tegen elkaar, gestrekte hand langs het hoofd. Iemand in China is duidelijk boos geworden. Heel erg boos. Vergeleken met Kamilombe oogt Kasulo inderdaad een stuk georganiseerder. De bovenste lagen grond zijn met graafmachines weggehaald. Zo hoeven de creuseurs niet eerst door de modder te graven. Dat verkleint het instortingsgevaar. Incidenten worden door de controleurs van RCS gemeld in een app. Het Britse adviesbureau gaat dan met Huayou, de coperaties van de mijnbouwers en de overheid in overleg om problemen op te lossen. Bij gevaarlijke situaties worden putten tijdelijk gesloten en gestut. Windowdressing Ook bij dit bezoek krijgen we een escorte mee, inclusief politieman met automatisch wapen. Deze keer mogen we alles filmen en overal fotos van maken. De creuseurs laten het gelaten over zich heen komen. Op Kasulo geen vrouwen en kinderen, alleen volwassen mannen. De gezichten staan ernstig, ze doen geconcentreerd hun werk. Is Bitumba niet bang dat Huayou het Better Cobalt-project vooral gebruikt als windowdressing? Als pr-vehikel, en ondertussen gebruik zal blijven maken van nog goedkoper, clandestien gedolven kobalt? Dat risico bestaat', zegt de directeur van RCS Global in Congo. 'Huayou is gebaat bij zo hoog mogelijke marges. Maar zij doen tenminste ets. Andere bedrijven zijn nog niet eens begonnen met dit proces. Kobaltprijs Josu valt even stil. Na enig nadenken begrijpt hij waar naar wordt gevraagd. De controleur van Better Cobalt op Kamilombe, die heeft hij inderdaad wel eens gezien. Verder heeft hij nog weinig van het project meegekregen. Hij begint weer over de prijs. Zijn toegang tot internet is schaars, maar hij heeft wel iets gezien van het prijsverloop van kobalt. Een ton van de voor een schoner klimaat zo cruciale grondstof kost op de metalenbeurs in Londen nu rond de $32.000. Bijna zuiver kobalt op de beurs is niet te vergelijken met zijn ertsen, dat weet hij ook wel. Maar toch. Ze kunnen ons toch wel iets meer betalen? vraagt Josu. De namen van Josu, Etienne en Marcelin zijn om veiligheidsredenen gefingeerd. Deze publicatie is ondersteund met een bijdrage uit de Regeling Onderzoeksjournalistiek van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten. Reacties Huayou, Fairphone en Signify Huayou wil niets zeggen over de prijzen die op Kamilombe en Kasulo worden betaald, maar stelt wel dat 'een eerlijke prijs noodzakelijk is'. Het Chinese bedrijf wijst erop dat het gebruik maakt van tussenpersonen. Deze tussenhandelaren kopen het kobalt van de creuseurs, en verkopen het weer door aan CDM, het dochterbedrijf van Huayou in Congo. CDM heeft het alleenrecht op het op deze twee mijnen gedolven kobalt.Huayou zegt te overwegen om naar aanleiding van het protest op zowel Kamilombe als Kasulo een weegschaal te plaatsen voor publiek gebruik. Daar kunnen de creuseurs bij twijfel het kobalt op wegen. De weegschaal zou regelmatig moeten worden gecontroleerd door een onafhankelijke partij. Over een oplossing voor de klacht over het manipuleren van de metorex, die vaststelt hoeveel kobalt de erts bevat, wordt nog nagedacht. Vanuit Nederland zijn Fairphone, maker van duurzame smartphones, en lichtbedrijf Signify betrokken bij het Better Cobalt Project. Deze twee bedrijven hebben advies gegeven, maar zijn geen directe partner in het programma en geven geen financile steun.Fairphone herkent uit de eigen contacten in Congo de klachten over de kobaltprijs en het manipuleren van de meetapparatuur. Volgens Fairphone is het formaliseren en verbeteren van de ambachtelijke mijnbouw de beste manier om de situatie ter plekke te verbeteren. Signify (vroeger de lichtdivisie van elektronicaconcern Philips) benadrukt net als Fairphone dat het verbeteren van de situatie van de creuseurs in Congo een zaak van de lange adem is. Corruptie en milieuvervuiling De internationale verontwaardiging over de kobaltproductie is vooral gericht tegen kinderarbeid en onmenselijke omstandigheden in de met de hand aangelegde mijnen. Het grootste deel van het Congolese kobalt, 80%, wordt echter gedolven door de grote industrile mijnbouwbedrijven. Op die mijnen zijn de arbeidsomstandigheden doorgaans aanzienlijk beter. Maar dat betekent niet dat de problemen van Congo opgelost zouden zijn als er alleen van de grote mijnbouwbedrijven gekocht zou worden. Het straatarme Afrikaanse land kampt met endemische corruptie. Zo is het Zwitserse grondstoffenbedrijf Glencore betrokken bij een smeergeldzaak rond de voormalige Congolese president Joseph Kabila en de Isralische miljardair Dan Gertler. Het beursgenoteerde Glencore ontving vorig jaar een dagvaarding van de Amerikaanse justitie wegens mogelijke corruptie, onder andere in Congo. Ook de Amerikaanse toezichthouder op de grondstoffenhandel doet sinds kort onderzoek naar Glencore vanwege mogelijke corruptie.De Britse overheid houdt ook Eurasian Resources Group uit Kazachstan tegen het licht vanwege corruptie in Congo. Ook de milieuvervuiling die gepaard gaat met de grootschalige mijnbouw is een serieus probleem. Het Centre d'Aide Juridico-Judiciaire (CAJJ) in Kolwezi, een door buitenlandse hulporganisaties gefinancierd advocatencollectief, heeft het bijvoorbeeld aan de stok met Glencore. Het CAJJ probeert al jaren voldoende compensatie te krijgen voor de gedupeerden van de milieuvervuiling bij het dorp Moloka. Dat ligt naast het terrein van Mutanda Mining, een dochterbedrijf van Glencore. Tussen 2013 en 2014 lekten daar giftige stoffen weg die worden gebruikt voor de verwerking van kobalt. 24 hectare land van 26 boerenfamilies werd onbruikbaar voor landbouw. De vervuiling was zo ernstig dat ze op satellietbeelden duidelijk te zien was. Na bijna een jaar onderhandelen door het CAJJ kregen de families financile compensatie voor het verlies van hun oogst in het jaar van het lek. Maar er was geen compensatie voor het feit dat ze hun land ook in de jaren na het incident niet meer konden gebruiken. Mutanda Mining is inmiddels wel begonnen met de schoonmaak, maar volgens het CAJJ gaat dat niet grondig en niet snel genoeg. Volgens de advocaten heeft Mutanda Mining de zaak getraineerd.Glencore weerspreekt dat. Het Zwitserse bedrijf stelt in een reactie dat juist het CAJJ verantwoordelijk is voor de vertraging van de uitbetaling van de compensatie, vanwege een discussie over wat er nu precies voor vloeistoffen zijn gelekt. Het bedrijf stelt bovendien dat er, na bemiddeling van de Congolese overheid, voldoende compensatie is betaald voor het verlies aan oogst.Foto: Bread for All Deugt het kobalt in mijn telefoon? Amnesty International zet bedrijven zoals Apple, Samsung en Tesla onder druk om transparant te zijn over de herkomst van het kobalt in de gebruikte batterijen. De laatste jaren is er vooruitgang geboekt, maar volgens Amnesty doen de bedrijven nog te weinig om schendingen van de mensenrechten tegen te gaan. Bij bedrijven zoals Apple en de autofabrikanten Daimler en Renault is het kobalt in de batterijen tegenwoordig terug te voeren tot de leveranciers in China. Maar hoe het kobalt daar terechtkomt en onder welke omstandigheden het gedolven is, blijft volgens Amnesty onduidelijk. Er is op dit moment geen grote elektronica- of autofabrikant op de wereld die op een goede manier duidelijk maakt of en wat ze precies doen om mensenrechtenschendingen tegen te gaan, zegt onderzoeker Lauren Armistead van Amnesty. De organisatie wil dat de bedrijven openbaar maken wat ze doen om bijvoorbeeld kinderarbeid tegen te gaan. Gebruik maken van mijnen waarbij de arbeidsomstandigheden in de gaten worden gehouden is daarbij een optie. Want ook volgens Amnesty International is boycotten van met de hand gedolven kobalt geen oplossing voor de problemen in Congo. Te veel mensen zijn afhankelijk van de (schamele) opbrengsten.
Bullboard Posts